woensdag 29 oktober 2014

Opdracht 1, Middeleeuwen, Karel ende Elegast

Elegast anno 2014

Elegast verandert, voordat hij ook maar een cent gaat stelen, eerst zijn naam. Wie neemt hem zo nog serieus in 2014? De strijder tegen het onrecht heet voortaan Oscar Green. Oscar is van plan om binnenkort een grote som geld te stelen en deze buit te delen met de minderbedeelden. Dit scenario heeft veel weg van Robin Hood en er zijn zeker overeenkomsten tussen deze twee. Alleen is Oscar niet zomaar een opvolger van hem. Hij is enorm ambitieus en kent geen grenzen. Als Oscar een doel voor ogen heeft, gaat hij niks of niemand uit de weg..

Deze keer moeten de 85 rijkste personen ter wereld vrezen voor een overval, want Oscar heeft het op hen gemunt. Een voor een verdwijnen enorme kapitalen op mysterieuze wijze van de bankrekeningen van deze gefortuneerden. Maar waarom nou deze 85? Omdat de extreme ongelijkheid bij deze elite het beste te zien is. Als zij namelijk een extra belasting van anderhalf procent hadden betaald voor de gezondheidszorg in vijftig landen had dat 23 miljoen levens gescheeld. Oscar kan niet tegen dit onrecht en wil hier een einde aan maken. Dit anderhalf procent gaat hij hun stuk voor stuk afnemen, zodat alle kinderen ter wereld naar school kunnen gaan en de basis gezondheidszorg in alle landen mogelijk is. Alleen betekent veel geld ook een goede beveiliging. 

Gelukkig is Oscar zijn toverkrachten door de eeuwen heen niet verloren. Maar zijn vermogen om deuren te openen zonder sleutel, mensen in slaap te brengen en te kunnen communiceren met dieren zorgt niet voor de verdwijning van miljarden euro’s. Hij zal zijn dwingende kracht moeten gebruiken. Oscar brengt een ‘onschuldig’ bezoek aan de miljardairs en kijkt ze een voor een doordringend aan. Hij heeft ze meteen in zijn macht en kan ze laten doen wat hij wil. Hij dwingt ze om geld over te maken naar zijn geheime bankrekening. Daarna laat hij ze geloven dat ze vrijwillig een enorme donatie aan een goed doel hebben gedaan. De volgende keer zal deze donatie vanzelf gaan en is het werk van Oscar gedaan. Vanuit maatschappelijk oogpunt is dit de normaalste zaak van de wereld. Want waarom ontwikkelen we Microsoft als de helft van de wereld nog niet kan lezen en schrijven? Oscar Green, strijder voor de betere wereld, gaat hier verandering in brengen!

vrijdag 10 oktober 2014

Opdracht 8, Eerste Wereldoorlog

Afspraak in Nieuwpoort door Ivan Petrus Adriaenssens, 1e druk 2011

2.       Het eerste wat sneuvelt in een oorlog is de waarheid.
Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen met welk een enthousiasme jongeren ten strijde trokken. De algemene opvatting was dat iedereen voor Kerstmis weer thuis zou zijn, maar al snel bleek dat de oorlog lang zou duren en op gruwelijke wijze zou verlopen. Toch bleven er zich steeds jongeren aanmelden.


Noteer op welke wijze dit aspect in je boek naar voren gebracht wordt.

Afspraak in Nieuwpoort is gebaseerd op de waargebeurde verhalen van de Fransman Jean-Marie Philippe De Blic (1890-1914), de Gentenaar Raoul Snoeck (1893-1918) en de Engelse dichter Thomas Ernest Hulme (1983-1917). Er is een fictief personage aan toegevoegd, de Engelsman George Sheldon. Hij vertelt het verhaal en blikt terug op de gebeurtenissen.
De twee Engelsen meldden zich vrijwillig aan voor militaire dienst. Na onderzoek gedaan te hebben, kwam ik er achter dat voornamelijk in Engeland de sociale druk en de propaganda de reden zijn waardoor veel jonge Engelse mannen zich hebben aangemeld. Als je je als man niet aanmeldde voor het leger werd je namelijk als laf beschouwd en kreeg je van de vrouwen een witte veer. Dit was natuurlijk een schande. Ook bestond er de groepsdwang van vrienden en collega’s; je kon niet achterblijven. Kortom, als man had je wat te bewijzen en in deze ‘korte’ oorlog kon je goed je moed tonen. De oorlog was natuurlijk niet kort, maar van tevoren werd hier door iedereen wel zo over gedacht. Dat Hulme zich vrijwillig aanmeldt, is op zijn minst opmerkelijk. Hij is een columnist schrijver en dichter, hij is dus redelijk intellectueel en toch meldt ook hij zich vrijwillig aan. Hulme zal de aanmelding bij het leger ook als een plicht naar zijn vaderland toe hebben gezien. Ik verwacht dat bij Hulme het plichtsbesef een grotere rol heeft gespeeld dan de invloed van propaganda, omdat ik verwacht dat hij als columnist goed wist hoe hij door de sociale druk en propaganda heen moest prikken. De jongeren die dit niet zijn gewend, hebben zich hier waarschijnlijk wel door laten leiden. De Britse overheid doet dit slim en geeft de jongeren een soort schuldgevoel als ze zich niet zouden aanmelden. Zie onderstaande rekruteringsposters.





De Blic heeft zich ook vrijwillig aangemeld bij de marine toen hij achttien jaar oud was. Hij komt uit een vissersfamilie waarin eigenlijk maar twee keuzes voor de hand liggend zijn: of je wordt visser of je gaat bij de marine. Zijn keuze zal waarschijnlijk vanuit economisch perspectief gemaakt zijn. Hij is ruim voor de oorlog bij de marine gegaan, namelijk in 1908. De Blic zal dus minder zijn beïnvloed door propaganda.
Raoul Snoeck is de enige die is opgeroepen voor het leger. Snoeck woont in België en dit land was direct in oorlog met Duitsland. Het boek speelt zich ook af in een oorlogsgebied in België, rond Nieuwpoort. Zijn uiteindelijke droom was het overnemen van de uitgeverij van zijn vader. De oorlog besloot anders.
Het boek geeft goed weer dat de levens van de jongens niet langer werden geleid door hun eigen dromen, maar door de oorlog. Al het enthousiasme, de moed, wilskracht en doorzettingsvermogen werden begraven met de jongens in hun graf.




zondag 23 februari 2014

Verwerkingsopdracht 'Ik was nooit in Isfahaan' door Tommy Wieringa, beeldopdracht


Verwerkingsopdracht: “Ik was nooit in Isfahaan” door Tommy Wieringa
Beeldopdracht, door Mendy, Daan, Pim, Annamarthe en Sanne (4C)

Wij hebben gekozen voor het maken van een nieuwe omslag voor het boek van Tommy Wieringa. We vonden namelijk de oude omslag niet passend voor het boek, omdat we de lay-out niet mooi vonden. Na het bestuderen van de omslag zagen we dat deze bestond uit drie teksten, een rug en een voor- en achterkant plus titel. We hebben de titel veranderd naar: “Wieringa’s reisverhalen”. Dit hebben we vooral gedaan omdat we vonden dat als we de gehele omslag zouden veranderen, we ook de titel zouden moeten aanpassen. Ook is de titel Wieringa’s reisverhalen veel accurater dan Ik was nooit in Isfahaan. De titel Ik was nooit in Isfahaan, is afgeleid van een gedicht van P.N. van Eyck, waarin de stad Isfahaan metafoor staat voor de dood. Aangezien de dood steeds terugkomt in de verhalen van dit boek van Wieringa, is deze titel wel verklaarbaar. Echter, voordat wij het boek gingen lezen en op de hoogte waren geraakt van het gedicht van Van Eyck konden wij de titel niet plaatsen. Hierom hebben wij dus ook voor een logischere titel gekozen.
Ook de teksten die op de oude omslag stonden hebben wij vervangen. De tekst op de voorkantflap ging over het verhaal Ik was nooit in Isfahaan zelf, de tekst op de achterkant was een korte mening over het boek en de tekst op de achterkantflap was een stukje over Wieringa’s oeuvre.
Allereerst het stukje tekst op de voorflap. Dit is wat wij ervan gemaakt hebben: “Ik was nooit in Isfahaan is het Boekenweekgeschenk waarin Tommy Wieringa met veel fantasie een groot aantal kostelijke anekdotes aan de lezer cadeau doet. Van Syrië tot Egypte, van Frankrijk tot Zwitserland; Wieringa neemt je overal mee naar toe in deze verzameling van verhalen die aandoen alsof ze in een logboek hadden kunnen staan. Met zinnen als deze: "Asgabat is de naar buiten gekeerde geest van een man, een infantiele machtsfantasie, tot marmer versteend narcisme”, wekt hij een sfeer van mysterie, een neiging om verder te lezen, op zoek naar meer.”
Deze tekst geeft duidelijk weer wat je van het boek kunt verwachten, namelijk een aantal vermakelijke verhalen die zich afspelen op verschillende plaatsen, waarbij Wieringa gebruikt maakt van een zeer mooie schrijfstijl. Aangezien dit één van de eerste teksten is die mensen zullen bekijken, als zij het boek willen kopen of lezen, moet deze tekst dus duidelijk, beschrijvend (maar niet te inhoudelijk) en lovend zijn.
De tweede tekst, degene met onze mening, is de volgende geworden: “Deze fascinerende bundel van de veelgeprezen schrijver Tommy Wieringa is een groot plezier om te lezen. Doordat Wieringa gebruik maakt van een groot scala aan mooie, stilistische zinnen beleef je de verhalen alsof je er zelf bij bent. Een waardig Boekenweekgeschenk!”
Aangezien een tekst als deze, die duidelijk bedoelt is om de mogelijke lezer aan te sporen het boek daadwerkelijk te lezen, bovenal lyrisch moet zijn over het boek, is dat precies hoe we geschreven hebben. Natuurlijk is de tekst lichtelijk overdreven door het gebruik van veel bijvoeglijke naamwoorden, maar dat is in een geval als dit niet erg, integendeel, hier is het zelfs gepast.
De derde tekst over Wieringa zelf, gaat als volgt: “Tommy Wieringa kreeg in 2002 voor zijn roman Alles over Tristan de Halewijnprijs. Hij brak pas echt door met zijn veelbekroonde roman Joe Speedboot. Deze roman kreeg onder meer in 2006 de Ferdinand Bordewijk Prijs en de eerste Magazijn La Vie en Rose Prijs. Eén zin in dit boek leverde hem ook Tzumprijs van 2006 op:  “De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat níemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.” Daarnaast schreef Wieringa nog een verscheidenheid aan andere prachtige boeken, waaronder Caesarion en Dit zijn de namen.”
Deze tekst is niet bijster interessant om te verantwoorden. We hebben een tekst geschreven waarin we precies vertellen welke belangrijke prijzen Wieringa gekregen heeft voor zijn werk. Dat is eigenlijk ook het doel van een tekst over de schrijver, omdat dat de lezer duidelijk moet maken dat hij veel van het boek te verwachten heeft, omdat de schrijver al veel andere bekroonde (dus goede) boeken heeft geschreven.
Dan nu het beeldmateriaal. Op de omslag hebben we drie afbeeldingen geplakt.
De afbeelding op de voorkant is een schilderij van een (Afrikaanse) markt. Hij is geschilderd door Angu Walters en heet “The Village Market”. We hebben dit schilderij gekozen voor op de voorkant, omdat het vrolijk is en meteen doet denken aan verre reizen. Dat heeft niet te maken met één van de verhalen die in het boek Ik was nooit in Isfahaan staan, maar het komt meer door de sfeer die de markt uitademt, die wij vinden passen bij het boek in zijn algemeenheid.
De tweede afbeelding echter, straalt eerder het tegenovergestelde uit van het andere schilderij. Dit schilderij van een oude man (wij vermoeden dat hij een zwerver is) straalt juist terneergeslagenheid, verdriet en melancholiek uit. Dit komt in het boek van Wieringa ook erg vaak voor. De twee afbeeldingen staan op de voor- en achterzijde van het boek, als metafoor voor “de keerzijde van de medaille”. We zijn er bij dit kunstwerk niet achter gekomen wie het gemaakt heeft.
Dan ten slotte de laatste afbeelding op de achterkantflap. Dit is een foto van Tommy Wieringa. We hebben ervoor gekozen ook een foto van Wieringa op te plakken, omdat lezers het fijn vinden een beeld te hebben van de schrijver het boek. Een foto van de schrijver is daarvoor een zeer geschikte oplossing.

Bronnen beeldmateriaal:
Afbeelding voorkant: Angu Walters, The Village Market: http://www.artcameroon.com/the-village-market/





vrijdag 14 februari 2014

Opdracht 3, Why I love this book

Het boek Eilandgasten van Vonne van der Meer is een roman waarin de geheimen van de personages voorop staan. Alle verwikkelingen, gebeurtenissen en verhalen draaien om deze geheimen. Het vakantiehuis genaamd Duinroos is de rode draad in dit boek. Als lezer volg je de verhalen van de vakantiegangers die verblijven in Duinroos voor elk een aparte reden. Er staan eigenlijk zes verschillende verhalen in de roman waarbij steeds andere personen een rol spelen. Zes verschillende verhalen met allemaal een eigen geheim, een eigen verhaal. Maar is het boek Eilandgasten een echte bestseller? In de rest van dit betoog wordt de roman op basis van de 17 tips van De Groene Amsterdammer getest.

1) Verhoog de inzet. Schrijf niet over je ouders maar over een iemand die bijvoorbeeld van Lodewijk XIV afstamt. Maak de inzet van je boek plausibel.
In deze roman komen allerlei verschillende soorten personages aan bod. Van een vader die zich gepasseerd voelt op zijn werk tot aan een bejaarde die het leven niet meer ziet zitten. De verhalen zijn aannemelijk en de problemen reëel.
2) Laat je held lijden aan grote innerlijke conflicten.
Van een echte ‘held’ is in dit boek niet te spreken, van mensen, vaders en moeders, opa’s en kleinkinderen, met eigen problemen en keiharde emoties wel. De personages vechten tegen hun geheimen en proberen hun emoties te onderdrukken, met conflicten en pijnlijke gewaarwordingen als gevolg.
3) Gebruik altijd details, ze geven aan je werk een universele lading.
‘Hij probeerde Tom niet te horen, luisterde naar het monotone gezoem van zijn dynamo en keek naar de vliegjes die in het licht van zijn fietslamp zwermden.’ Dit citaat uit het boek bevat overduidelijk details waarin sfeer en gevoel tot uiting komen. In de rest van de roman zijn een legio aan detailbeschrijvingen te vinden.
4) Maak je setting zo specialistisch mogelijk: geen vage locaties in een vaag dorp.
De setting kon niet duidelijker: het eenvoudige maar gastvrije huurhuis Duinroos op het prachtige Vlieland.
5) Ondermijn het zelfvertrouwen van de held, maak hem dus menselijk.
Alle personages in het boek kampen met hun eigen menselijke geheim. Zo verschillend als de verborgen feiten van elkaar zijn, zo weinig verschilt de impact die ze hebben op het leven van de personages in de roman.
6) Laat het lot een belangrijke rol spelen.
Duinroos, het vertrouwde vakantiehuis aan de kust, vormt, samen met het gastenboek waar alle vakantiegangers op hun eigen manier laten weten hoe ze de vakantie hebben ervaren, de rode draad door het boek. Op deze manier komen de bewoners door middel van het lot in contact met elkaar via het geschreven woord.
 7) Creëer buitensporige karakters.
In de roman komen geen buitensporige karakters voor.
8) In een verhaal gaat het om conflicten.
De hele roman draait geheel om conflicten. Je leest wat er in de hoofden van de personages omgaat en beleefd de conflicten tussen man en vrouw, dochter en moeder, opa en kleinzoon alsof je er zelf bij bent.
9) Karakters moeten transformeren.
Aan het begin van elk verhaal wordt het probleem van de personages omschreven. Aan het einde van elk verhaal valt de onvermijdelijke beslissing positiever uit dan verwacht.
10) Stel karakters op de proef.
De karakters moeten grenzen verleggen om tot een gezamenlijk oplossing te komen die voor  iedereen het beste is.
11) Zorg dat lezers van karakters gaan houden.
De sympathie voor een bejaarde man die het leven niet meer ziet zitten, twee brieven aan zijn dochters probeert te schrijven en zijn suïcidale poging dag na dag uitstelt omdat hij steeds weer te weinig heeft beleefd op het eiland om een half kantje vol te schrijven, is snel gewekt door Vonne van der Meer.
12) Vermijd subplots.
Aan het eind van elk verhaal wordt een positief open einde gegeven.
13) Zorg voor een verbluffende titel.
Eilandgasten, verbluffend? Niet echt, maar het past geheel bij het verhaal.
14) Show, don’t tell.
Er is in het boek een goede afwisseling tussen gebeurtenissen die worden verteld vanuit het verleden en gebeurtenissen waar je als lezer bij lijkt te zijn, zoals een conflict.
15) Sluit je niet aan bij de bestaande bestsellertrends, dus geen tovenaarsleerlingen en ontcijferingen van geheime codes.
De roman sluit totaal niet aan bij de bestaande bestsellertrends en is uniek in zijn soort.
16) Zorg voor onverwachte ontwikkelingen.
Op een bepaald moment in een verhaal draait het gevoel of het humeur van het personage zo, dat de kijk op de situatie en de loop van de rest van het verhaal veranderd.
 17) Suggereer steeds dat de afloop niet goed is.
Aan het eind van elk verhaal geeft Vonne van der Meer keer op keer een zodanige draai aan het verhaal waardoor het positiever uitpakt dan dat je als lezer in eerste instantie zou verwachten.

Kortom de roman Eilandgasten van Vonne van der Meer voldoet ruim aan de bestsellerwaardige criteria. Een mooi stukje moderne literatuur!